FRUIT TREES
This page contains information about fruit trees that thrive in the Northern Hemisphere (such as Western Europe, Northern America and Russia). New pages might be added with fruit trees from the Southern Hemisphere. (If you have, send them in!)
This page will be further translated in English
Apple Tree
BESCHRIJVING
Wist je dat er van appels wel duizenden soorten zijn? En wellicht daarom is de appel ook wel hét symbool van alle fruitsoorten, althans, van de meest voorkomende fruitsoorten in alle gematigde klimaatzones. Nou die gaan we niet allemaal bespreken, want dat is een universitaire studie op zich. Maar er is nog genoeg informatie over de algemene wetenswaardigheden.
BLOEI
De appelboom bloeit in het voorjaar en geeft prachtige bloesems, die de bijen ook graag bezoeken.
KENMERKEN
NAAM
Appelboom (Duizenden soorten)
VRUCHT
Appel. Hoe rood wil je ze hebben?
(Enne, niet gefotoshopt!)
MEER KENMERKEN
GENERA
Malus Domestica
SOORT (Rassen)
Er zijn duizenden appelrassen, waarvan bekende zijn:
De Elstar, Royal Gala, Cox Orange Pippin, Goudreinette, Golden Delicious, Fuji, Jonagold.
FAMILIE
I
BLAD (Vorm en Kleur)
I
HOUT (Bast en Hout)
I
HOOGTE
I
OMVANG
I
GROND
I
LEEFTIJD
I
GEOGRAFISH (Nederland-Wereldwijd)
In geheel Nederland groeit de Cox Orange goed.
Deze soort is bekend in Engeland vanaf 1850.
MEER KENMERKEN
GENERA
Malus Domestica
SOORT (Rassen)
Er zijn duizenden appelrassen, waarvan bekende zijn:
De Elstar, Royal Gala, Cox Orange Pippin, Goudreinette, Golden Delicious, Fuji, Jonagold.
FAMILIE
I
BLAD (Vorm en Kleur)
I
HOUT (Bast en Hout)
I
HOOGTE
I
OMVANG
I
GROND
I
LEEFTIJD
I
BLOEI
I
GEOGRAFISH (Nederland-Wereldwijd)
In geheel Nederland groeit de Cox Orange goed.
Deze soort is bekend in Engeland vanaf 1850.
JONG APPELBOOMPJE
Onderstaand appelboompje is relatief klein gekocht samen met nog zo’n zelfde boompje bij een tuincentrum. Ze waren 1 januari geplant en gaven de zelfde zomer zowaar vijf grote appels! En deze zomer (2021) waren dat al 42 appels! En ze zijn nog lang niet volgroeid, alhoewel ze laagstam zullen blijven. Deze zijn dus ook geschikt voor een kleine tuin of de omheining van een moestuin. En echt niks leukers dan als je kinderen of kleinkinderen er van plukken, en de appels nog opeten ook!
*******
Perenboom
BESCHRIJVING
Van de peer zijn ongeveer veertig soorten. Daarnaast zijn er ook kleinere peersoorten die minder zoet zijn en als zodanig geschikt zijn om stoofpeertjes van te maken met extra zoetmiddel.
BLOEI
De perenboom bloeit in het voorjaar en geeft prachtige bloesems, die de bijen ook graag bezoeken.
Deze prachtige peren bloesem wordt graag bezocht door de bijen vanaf maart tot mei.
Hoogstam peren boom tot aan de nok gevuld met peren, halverwege september.
KENMERKEN
NAAM
Perenboom
Latijn: Pyrus Communis
VRUCHT
Peer. Als de vruchten nog relatief klein zijn in Juni staan ze recht op de tak. Naarmate ze groter groeien gaan de peren hangen!
GENERA
Latijn: Pyrus. Het geslacht Pyrus kent zo’n veertig soorten, waaronder: Pyrus Communis (handpeer) , Pyrus Pyriflora, Pyrus Pyraster (komt ook nog in het wild voor), Pyrus Bretschneideri, Pyrus Salicifolia (sierboom Zuid Europa).
SOORT (Rassen)
Er zijn zo’n veertig perenrassen, waarvan bekende zijn:
Conference, Doyenne du Comice, Saint Remy.
FAMILIE
Rosaceae (Rozenfamilie).
Deze peren groeien aan een nog relatief jong perenboompje, welke was gekocht bij een tuincentrum (voor de helft van de prijs :-). Weet niet precies welke soort dit is, maar ze smaken heerluck sappig en super zoet!!!
Nu na drie zomers is dit boompje twee meter hoog, en zal nog verder groeien in de hoogte en breedte als laagstam boom.
MEER KENMERKEN
HOUT (Bast en Hout)
Hout van Fruitbomen. Peren groeien heel langzaam. Er zijn veel cultivars die op een onderstam worden geënt.
LEEFTIJD
Peren kunnen over de honderd jaar oud worden.
GEOGRAFISH (Nederland-Wereldwijd)
In geheel Nederland groeit de peer goed. De peer komt in geheel Europa voor, en daarnaast ook in Zuid Europa, Noord Afrika en Azië.
*******
Pruimenboom
BESCHRIJVING
Van de pruim zijn ongeveer twintig soorten, die in twee hoofdgroepen zijn opgedeeld, de Europese en Japanse pruimen. Van deze soorten bestaan tegenwoordig wereldwijd honderden varianten, die zo zijn ontstaan door enten en genetisch diverse vruchten te kruisen, de cultivars.
Echter, pruimen werden van oudsher overal in de Oude en Nieuwe Wereld geteeld en is wellicht de eerst gecultiveerde vrucht, samen met de appel. Onderstaand pruimenboompje is een laagstam. Gezien de dikte van de stam is deze wellicht zo’n 80 jaar oud.
Jong aangeplantte fruitboompjes hebben nog ondersteuning nodig.
KENMERKEN
NAAM
Pruimenboom
Latijn: Prunus Domestica
GENERA
Prunus en ondergeslacht Prunus.
FAMILIE
Rosaceae
SOORTEN
Prunus Domestica (Europese cultuurpruim, vele rassen)
Prunus Salicina (Japanse pruim, deze zijn steviger van vorm)
Kwets (in Nederland voor pruimenras ‘Prunus Domestica subsp. domestica’, in België de algemene naam voor ‘eetbare pruim’. Wordt vaak gebruikt voor het destilleren van sterke drank).
Er zijn van bovengenoemde soorten wereldwijd vele varianten. In Nederland groeien de volgende pruimen die doorgaans worden geënt op een andere onderstam om de vruchtkwaliteit en rasvariant te behouden:
Reine Victoria (donker roze of paarsachtig van kleur, sterk uitdunnen), Toptaste, Prune de Prince, Opal (roodblauw op gele ondergrond, uitdunnen), Excalibur, Reine Claude (meer groen van kleur, bijv de d’Oullins zoetzurig van smaak), Domestica Opal (lichtroze van kleur), Domestica Monsieur Hatif (donkerpaars, zoet) Jubileum (roodpaars, groot ovaal), Saint-Cathérine, Blue de Belgique (blauw, uitdunnen), Belle de Thuin.
VRUCHT
De Pruim Afgebeeld: Reine Victoria
MEER KENMERKEN
BLAD (Vorm en Kleur)
Bladverliezend in herfst & winter
HOOGTE
Laagstam & Hoogstam.
(Afgebeeld laagstam)
OMVANG
Laagstam, plantafstand van 4 meter
Halfstam, plantafstand van 5 a 6 meter
Hoogstam 8 tot 10 meter
GROND
De pruim houdt van een licht kalkhoudende grond. Kan bemest worden (net zoals alle fruitsoorten), in het vroege voorjaar.
LEEFTIJD
Meer dan 100 jaar
BLOEI
Maart De pruim is een vroegbloeier met kleine witte geurige bloemetjes. Vanwege kans op vorst en bevriezen van de bloemetjes is het raadzaam hiervoor maatregelen te nemen, Wanneer bloesems bevriezen, komen er geen vruchten aan.
GEOGRAFISH (Nederland-Wereldwijd)
In geheel Nederland groeit de pruim goed.
*******
Druiven
BESCHRIJVING
Alhoewel druiven niet aan een boom groeien, wordt deze klimplant toch aan deze pagina fruitbomen toegevoegd. En dat is vanwege de volle trossen, die toch eerder als fruit aangemerkt worden, dan als bes afkomstig van een bessenstruik.
Dit is een nog jong aangeplantte druif, het jaar ervoor gekocht bij een tuincentrum met een hoogte van ongeveer 70 centimeter.
Deze Cabernet druif heeft een ronde vorm. Het sap in dit stadium is zoet zuur, maar diep paars van kleur. Vol met anti-oxydanten. Lekker door fruitsmoothie.
De Cabernet Sauvignon wordt overigens minder vaak in Nederlandse wijngaarden aangeplant, aangezien deze langere tijd nodig heeft om compleet te rijpen. Bij een koude lente en koele zomer, zoals die van 2021, blijft de druif ook iets kleiner qua omvang.
KRENTEN
Wellicht wanneer de druiventrossen volgende zomer ‘gekrent’ worden, krijgen de resterende druiven meer omvang. ‘Krenten’ is het verwijderen van de kleine groene druifjes tussen de reeds grotere en rijpere druiven vandaan. Overigens worden druiven ook tot krenten en rozijnen gedroogd. En dat zijn weer andere krenten.
Staat de Cabernet Sauvignon echter volledig beschut én op het zuiden gericht, dus aan de zonzijde, én krijgt deze bij aanhoudende droogte voldoende water, dan is de aanplant zeker de moeite waard vanwege de volle smaak van deze druifsoort!
BLAD (Vorm en Kleur)
Bladverliezend in herfst & winter
De druif heeft een groot blad, en groeit in druivenranken. Het grote blad heeft als doel veel zonlicht te vangen, wat wordt omgezet in glucose in het blad middels fotosynthese. Hoe meer zon, én voldoende water bij droogte, hoe zoeter de druif!
KENMERKEN
NAAM
Druiven
Latijn: Vitis Vinifera.
GENERA
I
FAMILIE
Vitaceae (Wijnstokfamilie)
SOORTEN
Er zijn meerdere soorten druiven. Sommige zijn geschikt als tafel druiven, om zó uit de hand te eten. Van andere soorten wordt wijn gemaakt, waarvan een goede druifsoort ook zó uit de hand gegeten kan worden, uiteraard. Het gezegde: ‘Een goede wijn behoeft geen krans’, kan daarmee ook al grotendeels bereikt worden.
VRUCHT
De Druif Afgebeeld: Druiventros in kas.
Onderstaande druivensoort is wellicht de ‘Leon Millot’, een compacte tros druiven waar ook wijn van gemaakt wordt. Deze soort is geschikt voor het koelere klimaat in Nederland, en ook resistent tegen ziekten. Alleen onder slechte omstandigheden kan bijvoorbeeld Meeldauw voorkomen.
MEER KENMERKEN
HOOGTE
Een druif kan een aantal meters de hoogte in klimmen, wanneer goed ondersteund.
OMVANG
Met een leeftijd van 20 jaar kunnen slechts 2 druivenplanten een hele lange kas kas volledig begroeien, wanneer omhoog geleid en onder het glazen dak goed vastgemaakt. De plantenstengel kan dan zo’n drie meter hoog worden, en heeft de omvang en uitstraling van een dunne boomstam. Dus in die zin is de druivelaar dan een soort van klim boom geworden.
GROND
De druif kan bijgemest worden met koemestkorrels in het voorjaar, en een beetje kalk in het najaar.
LEEFTIJD
100 jaar plusminus.
BLOEI
De druif heeft relatief onopvallende bloei in het voorjaar, met kleine lichtgroene bloemetjes, waaruit de meeldraden groeien. Na bevruchting vormen hieruit piepkleine groene bolletjes, die gaandeweg tot druiven uitgroeien.
GEOGRAFISH (Nederland-Wereldwijd)
De meeste druiven komen uit de mediterrane landen of landen met een zomers klimaat. Frankrijk en Spanje zijn de bekendste producerende landen en tevens zien wij ook van overzees vaak de Chileense wijnen in de supermarkten. Verder in Europa ook Portugal, Italië, Griekenland, Turkije, en Duitsland (vooral langs de Rijn en Moezel, die vruchtbare gronden hebben van de rivieren, alwaar de druiventeelt plaatsvindt op de laag gelegen gebieden van berghellingen, op het zuiden gericht).
Ook in Nederland en België is op kleine schaal druiventeelt, doorgaans voor degenen die over land beschikken. Vroeger was er ook druiventeelt in het Hollandse westland. Met de commercie in hoogtij is dit verdwenen, en heeft het plaats gemaakt voor grotendeels bloementeelt.
Vijgenboom
BESCHRIJVING
De vijg is een meerstammig heester en gedijt tegenwoordig ook goed in Nederland. Wanneer deze beschut staat op het zuiden, geeft deze zelfs ondanks een matige zomer, zalig zoete vruchten!
VRUCHT
De Vijg
Afgebeeld is de Rouge de Bordeaux of de Signora.
Deze boom groeit zelfs op de koude Noord Hollandse klei-bodem waar bijna altijd wel een westenwind waait. Maar hij staat relatief beschut en de vruchten zijn zoet. Wanneer je er drie verorberd hebt, heb je een voldaan gevoel van wel drie uur! Wat een verschil om van je eigen bomen te eten (of van die van vrienden), in plaats van uit de gestijlde vruchten in een oneindige stroom van plastic bakjes, dubbel verpakt in cellofaan. Hallo! Worden wij wakker?
KENMERKEN
NAAM
Vijgenboom
Latijn: Ficus Carica
GENERA
Latijn: Ficus
SOORT (Rassen)
Er zijn zeventien vijgenrassen, waarvan een aantal het ook goed doen in Nederland, zoals Signora, Bornholms Diamant, Kadota, Rouge de Bordeaux, Madeleine des deux saisons en Perretta Twotimer.
FAMILIE
Moraceae (Moerbei)
BLAD (Vorm en Kleur)
Het blad van de vijg is groter dan het gemiddelde boomblad. De vijgen hangen er veelal onder.
MEER KENMERKEN
BLOEI
I
HOUT (Bast en Hout)
De Vijg is een meerstammige heester.
HOOGTE
De vijgenboom behoort in feite tot de struiken, aangezien deze een hoogte van ongeveer 3 meter behaalt. Het blad van de struik is echter prachtig gevormd en heel groot van formaat. Hierdoor wekt het de indruk van het zijaanzicht van een boom. De hangende takken van de heester kunnen ook in de grond wortelen en zo kan de vijg zich vermeerderen.
OMVANG
Vanwege deze vermeerdering loopt de vijg heel breed uit, en kan en kan 3 tot 4 meter in omvang worden.
GROND
I
LEEFTIJD
I
BLOEI
I
GEOGRAFISH (Nederland-Wereldwijd)
In geheel Nederland groeit de Vijg goed. De boom is winterhard, maar verdraagt op een minder beschutte plek echter geen temperaturen onder de 10 Celsius.
*******
Kweepeer
BESCHRIJVING
De Kweepeer gedijt ook goed in Nederland.
VRUCHT
De kweepeer is een grote gele soms groene vrucht en van binnen wit. Het heeft de vorm van een peer, maar is alleen groter. Sommige soorten hebben de vorm van een appel, en zijn dan ook groter. Ze zijn hard qua textuur, je kan er niet in bijten. Allen zijn zuur van smaak, en dienen net als stoofpeertjes gekookt te worden. Zoetmiddelen erbij maken het tot een lekkere gelei of marmelade. Omdat de vrucht hard is, kan deze net als een pompoen lastig zijn om te snijden. Soms kleurt het vruchtvlees rood bij het koken. Er zit veel pectine in kweeperen.
Dit is de Kweepeer Rea’s Mammoth, deze zijn vaak een beetje behaard. De vruchten smaken goed en kleuren rozerood na koken.
KENMERKEN
NAAM
Kweepeer
Latijn: Cydonia Oblonga
GENERA
Cydonia (Is de enige in deze genera)
SOORT (Rassen)
Agvambari – peervormig
Bourgeault – peervormig
Ekmek – peervormig
Rea’s Mammoth – peervormig
Ronda – peervormig
Sobu – peervormig
Vranja – peervormig en geurend
Champion – peervormig en geurend
Leskovacka – appelvormig
Ludovic – appelvormig
Ook zijn er nog tientallen cultivars te koop.
FAMILIE
Rosaceae (Rozenfamilie)
BLAD (Vorm en Kleur)
Het blad van de kweepeer is ovaal, uitlopend in een punt, en heeft aan de bovenkant iets weg van een hart-vorm, en heeft een gladde rand.
MEER KENMERKEN
BLOEI
Een paar weken in April, grote witte bloemen als bloesems, wit tot lichtroze van kleur.
HOUT (Bast en Hout)
Houtsoort van fruitbomen.
HOOGTE
Laagstam 3 tot 4 meter.
Hoogstam tot 6 meter.
OMVANG
Fruitboom breedte.
GROND
Neutraal tot licht zuur, tot een weinig kalk toevoegen wanneer de grond een te lage PH waarde heeft.
LEEFTIJD
Een geschatte 50 jaar
GEOGRAFISH (Nederland-Wereldwijd)
De kweepeer is inheems in het zuiden van Europa, Oosten en Midden Oosten.
*******
De Vlier
BESCHRIJVING
De vlier gedijt goed in Nederland. Toen deze foto gemaakt werd halverwege september, waren de trossen vlierbessen al aardig rijp. Deze afgebeeld smaakten zoet. Maar er waren ook al andere vlier heesters waarvan de bessen overrijp waren, en dus helaas te laat geoogst. En deze overrijpe struiken verspreiden een zoetzurige ‘alcoholiserende’ geur, om het zo maar te beschrijven. Hiertussen waren ook nog trossen die niet volledig gerijpt waren, en die hadden nog lichtgroene besjes tussen de rijpe donkerpaarse bessen. Ook deze trossen waren echter niet meer voor oogsten geschikt. (De struik daarvan staat echter het grotendeel van de dag in de schaduw in een park. Wellicht met meer zon en een goede verzorging van de struiken, is de oogst optimaal.)
VRUCHT
De vlierbes
De takken van de vlierheester buigen naar beneden vanwege de zware trossen met vlierbesjes. Wanneer geoogst is het goed om de trossen van meerdere struiken eerst in een paar emmers water te weken en te wassen. Door ze te weken verlaten eventuele insecten de besjes. Een enkele keer komt het voor dat er wormpjes in de bessen zitten. Door de trossen met bessen onder te dompelen in water komen ze er uit. Wanneer geinfecteerd hiermee dienen ze uiteraard niet geconsumeerd te worden.
Wanneer van goede kwaliteit, is het evengoed ook nog belangrijk om de trossen schoon te spoelen, aangezien de besjes die reeds open gesprongen zijn ingedroogd sap op de trossen achterlaten, wat niet vers meer is. Wanneer goed geoogst is er van de bessen een heel lekker vlierbessensap te maken, en wanneer ingedikt ook jam en siroop.
KENMERKEN
NAAM
De Vlier Heester
Latijn: Sambucus Nigra
FAMILIE
Latijn: Adoxaceae – Muskuskruid familie
GENERA
Latijn: Sambucus
SOORT (Rassen)
Er zijn wereldwijd zo’n 25 soorten. In Nederland gedijen de volgende soorten goed:
De Sambucus Nigra – De gewone vlier
De Sambucus Racemosa – De bergvlier. Deze heeft helderrode bessen en komt meer voor in koudere streken. De bergvlier wordt ook wel trosvlier genoemd, maar trossen hebben alle vliersoorten. De bloesem trossen van de bergvlier hebben echter meer de vorm van een tros druiven, terwijl van de andere vliersoorten de bloesems meer schermvormig zijn.
Sambucus Ebulus – De kruidvlier. Deze doet het goed op kalkrijke gronden en op akker- en bosranden.
BLAD (Vorm en Kleur)
Het blad van de vlier
Hieronder afgebeeld de stam en takken van een naar schatting vijf jaar oude vlierheester.
MEER KENMERKEN
BLOEI
Mei tot Juli met grote witte trossen bloesem. Van de bloesem kan thee worden gemaakt en ook een vloeibare nectar voor in de vlierbes siropen. Ook werden de bloesem trossen vroeger meegebakken in pannekoeken.
HOUT (Bast en Hout)
I
HOOGTE
De vlier behoort tot de heesters aangezien deze een maximale hoogte van ongeveer 6 meter halen. De bomen of heesters, zijn meerstammig.
OMVANG
Vanwege deze vermeerdering loopt de vijg heel breed uit, en kan en kan 3 tot 4 meter in omvang worden.
GROND
I
LEEFTIJD
I
GEOGRAFISH (Nederland-Wereldwijd)
In geheel Nederland groeit de Vlier goed.
*******
Kersen
BESCHRIJVING
Vroegah, was Nederland echt een fruitig landje en stond het vol met fruitboomgaarden, die door de lokale bewoners werden onderhouden. Ook in de Betuwe was veel fruitteelt, waaronder kersen. Reeds in 1830 was er een fabriek opgericht in Tiel voor de produktie van wijn en bierazijn, en in een later stadium werden ook appels, peren, biet en wortels verwerkt tot siropen en koffiesurrogaat. De ‘Nederlandsche fabriek’ voerde de bewoording ‘verduurzaamde vruchten’ door in hun naam, en in 1988 begint men met het vervaardigen van jam. Dat werd vervoerd in blikken van 15 kilo, waar de kruideniers in de regio de jam uitschepten voor hun klanten. Soms werd de jam ook vanaf grote handkarren (9 in totaal) op straat verkocht in steden (die toen lang niet zo groot waren als nu). Tijdens de eerste wereldoorlog produceert men naast jam ook appelstroop.
Vlak voor de 2e wereldoorlog, neemt de fruit-verwerkende fabriek een reclamebureau in de hand, en hieruit is het vermaarde cartoonfiguurtje ‘Flipje’ ontstaan, een poppetje bestaande uit een jongensfiguur met een torso in de vorm van een framboos, en armen en benen die uit aalbessen zijn samengesteld. Het heeft een koksmuts op met daarop zijn naam ‘Flipje’, en hij heeft Hollandse klompen aan (wat in die tijd veel werd gedragen op het platteland). Hij ‘garandeert kwaliteit en gewicht’. (Bron flipje-tiel .nl)
Er zijn oneindig veel cartoons en stripachtige sprookjes verhalen van dit poppetje gecreëerd. Bovenstaande afbeelding is een latere variant (de klompen zijn hier verdwenen, maar de kersen zijn zo mooi geïllustreerd!).
Tegenwoordig wordt naast het bereiden van vers fruit in jams, marmelades, siropen, taarten, drank (zoals kersenlikeuren) enzovoort, het fruit ook vers ingevroren. Drink je wel eens smoothies? Deze bevroren kersen, die zijn ontdaan van hun pit, passen daar perfect in! Zo lekker!!!!
KENMERKEN
NAAM
Kersenboom
Latijn: Prunus Avium – Zoete Kers
Prunus- Cerasus – Zure Kers of Morellen of Krieken.
GENERA
Prunus
FAMILIE
Rosaceae (Rozenfamilie)
SOORTEN (Rassen)
Burlat (kan barsten na regen, vroege pluk), Merchant (vroege oogst, iets minder zoet), Vanda (licht gevlekt rood op donkerpaars), Sneiders (zoet, donker roodpaars, matige produktie, goede stevige kwaliteit), Summit (een echt rode kers, beetje hartvormig aan de bovenkant), Kordia (donker roodpaars, stevige grote kersen, hoofdras in de Nederlandse teelt), Karina (paarszwart, laat rijp), Regina (donkerpaars, zoet, late pluk).
Dit is een foto uit 1910 van hoe het kersenplukken er aan toe ging in Nederland. Dat is dus vier jaar vóór de 1e wereldoorog. Interessant om te zien hoe deze mannen van diverse leeftijden op klompen deze lange smalle en ietwat buigzame ladders beklommen. Ook leuk dat ze de kersen oogstten in gevlochten manden. De kersenboom staat er ook prachtig bij, en is zo te zien een originele versie. (Het is dus geen cultivar, en de boom is ook niet geënt op een onderstam).
Staat er nog ergens zo’n originele boom van een oud kersenras in Nederland die kersen produceert? Gaarne melden!
Bron Foto: ‘Kersenpluk’, CG Stadskasteel Zaltbommel Gelderland.
MEER KENMERKEN
BLAD (Vorm en Kleur)
Bladverliezend in herfst & winter
HOOGTE
Hoogstam – 20 meter (zoete kers)
Laagstam – 2 meter
OMVANG
Laagstam, plantafstand van 4 ongeveer meter
Hoogstam plantafstand van ongeveer 10 meter
GROND
De Kers houdt van een licht kalkhoudende grond. Kan bemest worden (net zoals alle fruitsoorten), in het vroege voorjaar.
LEEFTIJD
Meer dan 100 jaar
BLOEI
April & Mei. De kers bloeit vanaf midden april tot midden mei. De relatief grote witte bloesem staat aan de toppen van de twijgen in meerdere groepjes van drie bloemen bijeen.
GEOGRAFISH (Nederland-Wereldwijd)
In geheel Nederland groeit de kers goed.
*******
Mispel
BESCHRIJVING
De Mispel is een zeldzame fruitboom of heester in Nederland. Vroeger kwam deze vaker voor, en er stammen ook uitdrukkingen van die tijd, bijvoorbeeld ‘Zo rot als een Mispel’. En dat heeft een reden.
VRUCHT
De Mispel is iets groter als een kiwi, en het zijaanzicht van de mispel heeft ook zo’n zelfde structuur, het is net een grote halve kiwi. Wel grappig om een vergelijking te maken met een kiwi, die de meeste Nederlanders wel kennen uit de supermarkten. Want de kiwi groeit dus aan de andere kant van de wereld, terwijl de Mispel van nature in Europa voorkomt. En de meeste mensen deze vrucht niet kennen, of er zelfs nog nooit van gehoord hebben.
Mispel eerste week van Oktober
De vrucht is pas volgroeid halverwege Oktober. Deze is echter dan nog hard, en nog niet eetbaar. Als je het zou eten dan heeft deze een wrange smaak. Want om te rijpen heeft deze vrucht een paar nachten lichte vorst nodig. Door ze na de nachtvorst te plukken, dat is doorgaans eind oktober of november, als de takken al kaal zijn, dan kan je ze nog een tijdje laten liggen totdat ze gaan fermenteren. De vrucht is dan zacht geworden, en zoeter van smaak. Als de Mispel eenmaal zacht geworden is, dien je het wel binnen een paar dagen op te eten. Dat is in feite hetzelfde als met al het andere fruit. Laat je het langer liggen dan wordt het inderdaad ‘Zo rot als een mispel’.
Het is net een halve Kiwi. En dan iets groter.
KENMERKEN
NAAM
Mispel
Latijn: Mespilus Germanica
GENERA
Mespilus
KENMERKEN
NAAM
Mispel
Latijn: Mespilus Germanica
GENERA
Mespilus
SOORT (Rassen)
Cultivars zijn: Macrocarpa, Bredase Teus, Hollandse Mispel, Nottingham, Westerveld,
Bourgeault.
FAMILIE
Rosaceae (Rozenfamilie)
BLAD (Vorm en Kleur)
Het blad van de Mispel is langwerpig en is donkergroen van kleur. Bladverliezend eind Oktober.
MEER KENMERKEN
BLOEI
Mei, Juni. Grote witte bloemen als bloesems, wit van kleur.
HOUT (Bast en Hout)
Houtsoort van fruitbomen.
HOOGTE
Laagstam 3 tot 4 meter.
Hoogstam tot 6 meter.
OMVANG
Fruitboom breedte.
GROND
Vochtige, matig voedselrijke, kalkarme, zwak zure tot neutrale grond (leem, lemig zand, löss en rivier- of beekzand).
LEEFTIJD
Een geschatte 100 jaar
GEOGRAFISH (Nederland-Wereldwijd)
De Mispel is inheems in het zuiden van Europa, rond de Zwarte en Kaspische zee, en waarschijnlijk ook in het Oosten en Midden Oosten. Volgens internet-bronnen hebben de Romeinen deze vrucht door Europa verspreid. Maar misschien hebben anderen daar ook wel aan bijgedragen. In Nederland kwamen ze vooral voor in kloostertuinen.
*******